
Cambodja
Geregeld tonen de media hoe ‘islamitische terroristen’ historische cultuurgoederen vernietigden in Arabische landen. Zelden zien of horen we over de enorme partijen kunstschatten die uit deze landen worden geroofd en met name in New York worden verhandeld.
Volgens cijfers van het US Census Bureau ‘is er sinds het het begin van de Syrische oorlog in 2011 door de Verenigde Staten voor $ 26 miljoen aan oudheden geïmporteerd uit het door oorlog verscheurde land’ (zie verder).

Voor Nederlandse cultuurgoederen bestaat er sinds januari 2016 ‘eindelijk’ een eerste erfgoedwet. In feite werden er verschillende wetten bij elkaar gevoegd: monumentenwet, regeling materieel beheer museale voorwerpen 2013, enzovoorts. Als geheel kan de wet wellicht eenvoudiger worden aangescherpt, maar vooralsnog wacht men af hoe de controverse hierover in Duitsland afloopt.
Daar kwamen oudere kunstenaars bijvoorbeeld tot de ontdekking dat hun vroege werk – van meer dan vijftig jaar terug – onder de nieuwe wetsvoorstellen niet langer naar het buitenland kon worden verkocht zonder goedkeuring van een aangestelde commissie. Zij vrezen dat het beknotten van hun markt tot verlaging van de prijs voor al hun werk zal leiden. (Zie zijkolom.)
Wat cultuurgoederen met een niet-Europese oorsprong betreft, bestaat er een tamelijk versnipperde wetgeving. Kort gezegd: of iets wel of niet het land in of uit mag, hangt er onder andere vanaf waarvan het gemaakt is, wat de geldelijke waarde is, en welke verdragen er wanneer met welke landen werden gesloten.
‘Sinds 2009 is Nederland ook gebonden aan mondiale regelgeving: het Unesco-verdrag 1970.’
Maar ook het verdrag met Mexico bijvoorbeeld dateert pas van 2009.

Voor alle vragen die een reiziger mocht hebben, bestaat er een foldertje uit 2010 dat via internet is te verkrijgen. Van de 18 bladzijden bestaat de helft uit foto’s en het aanvragen van vergunningen onder de juiste goederencode – en dan alleen voor cultuurgoederen uit Europese lidstaten. Het advies waar de toerist naar verre landen ‘op moet letten’, beslaat vier en halve bladzijden. Geen wonder dus dat men kort moet blijven:
'Hanteer als vuistregel: wanneer een voorwerp ouder is dan vijftig jaar, dan bestaat er een kans dat het niet zomaar een land mag verlaten. Ga na of de verkoper als betrouwbaar bekendstaat. Maak foto’s van het voorwerp. Vraag schriftelijke gegevens, certificaten en andere verklaringen aan de verkoper en verifieer die. Raadpleeg bijvoorbeeld:'
En dan volgt er een waslijst met websites waar je het verder zelf uit mag zoeken. Voor als je weer thuis bent, neem ik aan. Maar u is gewaarschuwd:
'Verzeker u ervan dat u een land en zijn bevolking niet van hun wettelijk beschermde culturele erfgoed berooft.
Overtreedt u de regels, dan riskeert u inbeslagname en hoge boetes. Deze brochure vertelt waar u op moet letten.'
Niet dus. De vier en halve bladzijde getuigen van zoveel onkunde en onnozelheid dat het werk uitbesteed zal zijn geweest aan tekstschrijvers van een willekeurig extern bureau. Daarbij staat de aandacht voor Europees erfgoed schril contrast met de aandacht voor historische cultuurgoederen uit de rest van de wereld. Wat te doen?
‘Stel vragen, onderzoek, controleer.’
Goed, te beginnen met deze brochure van het ministerie van OCW dan maar. Wat meteen opvalt is dat dat de bepaling historische bij cultuurgoederen op de omslag ontbreekt.
'Stel, u wilt een zestig jaar oude tekening uitvoeren, die € 20.000 waard is. Voor tekeningen (categorie 5) is er een waardedrempel van € 15.000 en een ouderdomsdrempel van 50 jaar. U heeft dus een uitvoervergunning nodig.'
Stel, u wilt uitvoer van historische cultuurgoederen tegengaan, hoe effectief is het dan om een kruimeldief als voorbeeld te stellen?
Bovendien is de kans groot dat een zestig jaar oude tekening gewoon tot het familiebezit behoort. Niet alleen vindt men het vanzelfsprekend dat je – zeker in tijd van nood – daarmee mag doen wat je wilt, in de huidige multiculturele samenleving bevinden familieleden zich vaak in andere landen. Nog afgezien van de pensionado’s die voor warmere streken kiezen.
Kortom: een problematisch voorbeeld.
Ondertussen staat hier wel meteen het eigenlijke probleem op schrift. Niet creativiteit – in de zin van artisticiteit, inventiviteit, oorspronkelijkheid, originaliteit, scheppingskracht, scheppingsvermogen, verbeeldingskracht, vindingrijkheid bepalen wat cultuurgoederen zijn maar de factoren geld en schaarste.
Met geldwaarde, datering en unicum als criteria wordt ook de term zelf problematisch: wie bepaalt – waar, hoe, wanneer, namens wie en voor wie, – wat historische cultuurgoederen zijn, wat de waarde, ouderdom en zeldzaamheid is?
Voor alle duidelijkheid: dat er drastische maatregelen nodig zijn tegen de desastreuze cultuurroof die vooral het laatste decennium met name in Arabische landen plaatsvindt, staat buiten kijf – ze komen hoogstens een paar eeuwen te laat. Andermans erfgoed blijft Andermans zorg. Hoezo mondiaal afgesloten Unesco-verdrag 1970?
Volgens Live Science is er sinds het begin van de Syrische oorlog in 2011 door de Verenigde Staten voor $ 26.000.000 aan oudheden geïmporteerd uit het door oorlog verscheurde land. De nieuwssite haalde zijn informatie uit documenten van het US Census Bureau dat veel niet-geïdentificeerde, ongedateerde voorwerpen noteerde met als aantekening slechts ‘meer dan 100 jaar oud.
Het grootste deel van de antiquiteiten in de Census Bureau documenten kwam in New York aan, een centrum voor verzamelaars en handelaren.
Met zo’n enorme vraag naar Syrische oudheden is olie nu door antiek gepasseerd als voornaamste export van het land naar de Verenigde Staten.
Het is deze vraag die aanzet tot plundering en vernietiging van vele historische bezienswaardigheden in het Midden-Oosten en die een snel-geld mogelijkheid vormen voor veel mensen die wanhopig proberen te overleven.
Oude historische locaties in Egypte, Irak en Syrië zijn het doelwit van rovers sinds de omwenteling na de Arabische Lente opstanden van 2011. De Census Bureau gegevens tonen ook aan dat al in datzelfde jaar reeds meer dan twaalf miljoen dollar aan Iraakse antiquiteiten naar de VS werden verscheept.' – The New Arab
Roofkunst is cultuurgoed dat iemand zich onder oorlogsomstandig-heden wederrechtelijk toeëigent. In actieve vorm spreekt man van kunstroof. Sinds de Vredesconferentie van Den Haag is deze vorm van roof in strijd met artikel 56 daarvan. (Zie zijkolom.)
Deze roof heeft als doel de tegenstander te demoraliseren of zichzelf, een partij of de eigen staat te verrijken. Dikwijls is een georganiseerde kunstroof een uitdrukking van de staatsideologie. – wikipedia

Maar is er echt veel verschil met ‘oorlogsomstandigheden’ als dankzij gewiekste touroperators bussen vol tourons het dorp binnenrijden om met dollars, euro’s of yen te wapperen bij het zien van bet-overgroot-vaders tekening aan de muur, een uitgesneden spinnewiel of misschien zelfs een leuk klein kindje?
Gelukkig is het patroon de bevolking na het eerste seizoen wel duidelijk en wordt de handel naar de bus gedragen door toestormende groepjes vrouwen met kralen en kleedjes in hun armen – containmentpolitiek op dorpsniveau.

Maar toch, wat ligt in de lijn van verwachting als jaarlijks twee miljoen toeristen de tempels van Angkor Wat bezoeken en er geen stukje van te koop is? Dat pikt de huidige consument niet meer. De rijke toerist zoekt iets leuks, iets origineels en unieks – zijn wereld munt wel wat bij.

Beschermd tegen diefstal maar nauwelijks nog zichtbaar bij een tempel in Patan, Nepal.
In een Mexicaanse winkel heeft u belangstelling voor een houten beeld. De verkoper weet niet waar het vandaan komt en hoe oud het is.
Het zou onverstandig zijn als u het beeld koopt en argeloos in uw koffer stopt. U weet immers niets van het voorwerp. Hoe oud zou het zijn? Waar komt het vandaan? Misschien uit Mexico, een UNESCO 1970-verdragsstaat. Misschien uit een ander land dat partij is bij het UNESCO-verdrag 1970.
Wie weet zelfs wel uit een EU lidstaat, waaronder Nederland! In al deze gevallen geldt dat het beeld beschermd cultuurbezit kan zijn. – brochure Ministerie OCW.
Afgedankte fiets of toiletpot, àlles kan beschermd cultuurgoed zijn – wij hebben u gewaarschuwd.
De tante Betje-stijl tekst is niet alleen insinuerend naar de verkoper maar ook onbegrijpelijk voor tante Betje zelf, doordat juiste rechtstaal er van de opdrachtgever ook nog in moest.
Erger is dat de brochureschrijvers nauwelijks een onzinniger voorbeeld hadden kunnen aandragen. Het Mexicaanse houten beeld is een soort van leidraad in de vier en halve pagina’s – dus moeten we d’r maar verder op doorgaan.

Van alle denkbare materialen is hout het moeilijkst te dateren omdat het ’t makkelijkst is oud te laten lijken. Hiervoor bestaan tientallen huis- tuin- en keuken-recepten met middelen uit willekeurig welk aanrechtkastje.
Bovendien snijdt een kunstenaar bij voorkeur een beeld uit oud, uitgewerkt hout. Daardoor staat een houten object in veel landen als het ware wat lager op de cultuurladder. Een museumstempel voor uitvoer is altijd wel te regelen, niemand weet per slot zeker òf het wel of niet oud is.
En vergeet niet dat armere landen soms veel aan oud ogende herinterpretaties verdienen – klant is koning. Er bestaat zelfs een term voor die soms zowaar op de gevel prijkt: Free Antique Finishing.
Wat zou de douane in het thuisland van de toerist nog kunnen tegenwerpen? In welk thuisland, trouwens? Bij toeristen denken westerlingen nog vaak dat het over hunnie gaat terwijl zij inmiddels op meerdere continenten volstrekt outnumbered zijn, niet langer maatgevend, zelfs niet langer financieel interessant. De eerste keer dat ik op een markt in China door een jongen werd weggewuifd toen ik om de prijs vroeg, was eh… shocking.
(De oudste houten beelden uit Afrika of Indonesië vind je overigens in westerse musea, waar ze niet door houtworm of termieten verloren gingen.)

Ingang van tempel, Patan, Nepal.
Indien er met de nieuwe erfgoedwet van afgelopen januari ook een nieuwe brochure zal verschijnen om Nederlandse reizigers beter voor te lichten dan kan en moet dat natuurlijk veel effectiever.
Door niet zozeer van regels omtrent geldwaarde, datering en zeldzaamheid uit te gaan, bijvoorbeeld, maar door vakantiegangers met adviezen en inzichten aan te spreken op hun eigen gevoel van verantwoordelijkheid.

Adviseer bijvoorbeeld te allen tijde fragmenten te laten liggen omdat de kans groot is dat hoofdjes, handen, borststukken, vogeltjes, achtergrondjes en dergelijke ergens vanaf gebroken zijn.

Fragmenten zouden sowieso wereldwijd een besmettelijk aura moeten krijgen. Ze zijn mooi in de oorspronkelijke omgeving maar verliezen onmiddellijk aan glans en betekenis als flard segment of brokstuk.
Licht toe waarom wat verboden of omstreden is zoals ivoor, koraal, dieren, enzovoorts.
Werp vragen op als: hoe oud zou een handgeschreven boek zijn? Als een vakantieganger buiten de Europese Unie durft te reizen, durft ie ook enigszins na te denken.
De enige oplossing is namelijk een mentaliteitsverandering. Lach of wanhoop niet, in een wereld met zo lang, zo veel effectief gebleken propaganda moet dat toch niet zo moeilijk zijn.

Overal rondom de tempel hekken en tralies. Nepal.
En tja, criminelen zullen er altijd wel blijven.
‘Mag ik binnenkomen?’ roept de al wat oudere man vanaf de drempel. De deur staat wagenwijd open.
- Vrij entree, roep ik terug, even niet goed begrijpend.
Hoe dichterbij hij komt, des te beter ik de verlopen, langharige, doorgroefde kop zie.
‘Je herkent me niet meer, anders had je me er alweer uitgegooid.’
Ik zeg zijn naam.
‘Kijk ’ns aan.’

Hij wendt zich tot Ais naast me: ‘Hij wilde me nooit kennen, haha. Ik dealde in oude, gestolen beelden. Maar daar moest hij niets van hebben. Begrijp me goed, ik respecteer dat.’
Dan kijkt hij mij weer aan en brult triomfantelijk: ‘Maar ìk ben er wèl rijk mee geworden, hahaha.’

Een beetje verbouwereerd over ineens zoveel schaamteloos onbehouwen, mompel ik iets over ‘slecht karma’.
‘Hou toch op. Allemaal bullshit. Op de Filipijnen leef ik er goed van! Whisky and women, man, ellukku dag, wat wil een man nog meer, hahaha!’
Het is hem aan te zien.

Dan kijkt hij smalend de winkel rond: ‘En jij zit hier. Nog steeds. Waarom toch nooit a little dirty dealing gedaan, man? Je gaat de wereld er echt niet mee redden, hoor. Nobody cares, man!'
Ik kijk hem aan en zwijg. Zolang kunst en kapitaal niet gescheiden zijn, is hier geen kruid tegen gewassen. Ik had wel een antwoord, maar bespaarde mezelf de moeite.
Bon voyage.

Van uit hun context gerukte fragmenten word je net zo mallotig.